‘Alkmaars visitekaartje van Christian Müller’
Het orgel in de Kapelkerk in Alkmaar
De binnenstad van Alkmaar was vroeger heel wat waterrijker dan tegenwoordig. De Laat bijvoorbeeld, was een oorspronkelijk een lange gracht. Smalle kades met daartussen het glinsterende water, de aangrenzende smalle huizen en gebouwen, het zag er allemaal heel anders uit. Tegenwoordig is De Laat een drukke winkelstraat.
De Kapelkerk staat ongeveer halverwege De Laat, ter hoogte van de Lutherse Kerk en gracht verderop. Het is een van de oudste kerken van Alkmaar. Tot de brand van 1760 stond daar ook een heel oud orgel, afkomstig uit de Grote Kerk. De kerk is snel hersteld en dankzij een gift van jonkvrouw Johanna Geertruida te Chastelain bouwt de Amsterdamse orgelmaker Christian Müller in 1762 een nieuw orgel. Dit orgel is nagenoeg gaaf bewaard gebleven en is een van de mooiste orgels van Alkmaar.
Jan Zwart is De orgelfotograaf. In de ruim 42 jaar dat hij in Alkmaar woonde, gingen de orgels daar hem aan het hart (en nog steeds). Belangrijke momenten van de orgels heeft Jan vastgelegd. Titulair organist van de Kapelkerk Frank van Wijk presenteert het orgel op de hem bekende wijze met muziek uit Alkmaars verleden.
De orgelfotograafOrgels fotograferen is een lastige bezigheid. Hoewel het geen vogels zijn, zorgen plaats en andere moeilijkheden altijd voor een uitdaging. Je aanpassen en creatieve oplossingen vinden, zijn volgens Jan Zwart daarom onvermijdelijk. Voetnoten bij het portret: |
De gift van een jonkvrouwBij de naam kapel doemt meestal het beeld op van kleine, ranke, intieme, zelfs elegante kerkgebouwen en dan vaak weer als onderdeel van een klooster of kasteel. De gift van een jonkvrouw past hier mooi bij, een rijk en elegant orgel, want dat is dit Müller-orgel beslist. Frank van Wijk sluit zich met de Sonate di Galanteria van Michelet hierbij aan. Maar ook de robuuste kant van dit instrument laat hij met Buxtehudes Preludium in g niet ongemoeid. En tenslotte een koraalbewerking van Henk van Westrienen, degene die Frank ertoe heeft aangezet musicus te worden. Dietrich Buxtehude (1637-1707) is afkomstig uit Denemarken en heeft zijn bekendheid verworven als organist van de Marienkirche in Lübeck als opvolger van Franz Tunder. Zijn componeerstijl van met name de orgelwerken kenmerkt zich door vrijheden die grenzen aan het improvisatorisch. Van de Alkmaarse stadsorganist Fredrik Willem Michelet (1720-1773) zijn zes fraaie Sonate di Galanteria bewaard gebleven, waarvan hier de Sonate no.1 in C groot wordt uitgevoerd. De charmante rococostijl, met vele zeer minutieus genoteerde versieringen (destijds ook wel galanterieën genoemd), laat zich op het Müllerorgel uitnemend verklanken. Aardig detail is dat de sonates verschenen in het jaar van voltooiing van het Kapelorgel: 1762. In het eerste deel wisselen de prestanten van het hoofdwerk met de fluiten van het bovenwerk. In het tweede deel kleuren Holpijp, Quintadena en Viola di Gamba de subtiele solopartij en in het laatste deel komen de gedeelde registers van het Müller-orgel van pas: de briljante Cornet soleert in de rechterhand en de Trompet versterkt de bas. Henk van Westrienen (1916-1985) was meer dan 40 jaar organist van de Alkmaarse Kapelkerk. Naast zijn baan als onderwijzer op diverse scholen was hij zeer actief op muzikaal gebied: als kerkorganist, amateur-orgelbouwer en componist. Eén van zijn laatste composities is de koraalbewerking over het lied “Wat God doet, dat is welgedaan” (1984), gecomponeerd in het Alkmaarse ziekenhuis voor zijn muzikale vrienden die hem daar bezochten. Frank koos dit stuk als dierbare herinnering aan hem. |